Cihristiaan Kaempff leefde vanaf in ieder geval 1777 in Nederland tot zijn overlijden in 1813. Deze periode omvatte o.a. die van de Bataafse Revolutie en de zogenaamde Franse Tijd. Voor een goed begrip hiervan kijken we eerst naar wat die revolutie in en voor Nederland inhield.

De aanleiding.
In Frankrijk vonden medio 18e eeuw steeds meer ideeën ingang gebaseerd op het beredeneren van allerlei verschijnselen  in de wereld. Tot dan toe werd het geloof als universele verklaring van veel verschijnselen gehanteerd. In de Nederlanden, als centrum van boekdrukkunst, werden in die tijd veel van deze tijdschriften en boeken gedrukt. De bovenste lagen van de Nederlandse bevolking gingen er steeds meer toe over Frans te spreken en te lezen en namen hier dus ook kennis van. Deze ideeën van de zogenaamde “Verlichting” spraken hen ook aan, met name diegenen die (net) niet tot de kringen behoorden die de dienst in het land uitmaakten.

De periode tot 1787.
In 1780 raakte Nederland verwikkeld in de vierde Engelse oorlog met rampzalige gevolgen voor handel en visserij. Voor diegenen die zich tot de “verlichte” ideeën voelden aangetrokken een zoveelste bewijs van het verval van Nederland onder Stadhouder Willem V en de mensen om hem heen.
In 1781 verscheen dan ook een gedrukt pamflet, anoniem maar later met grote zekerheid toegeschreven aan Joan Derk van der Capellen tot Den Pol, dat het stadhouderschap aan de kaak stelde. Het pamflet genaamd “Aan het Volk van Nederland” veroorzaakte wegens zijn voor die tijd opruiende inhoud veel commotie. In her en der opgerichte lees en discussiegenootschappen werden dit pamflet en meerdere andere publicaties nauwlettend gevolgd.
Gelijkgezinden gingen zich patriotten noemen en zetten zich steeds meer af tegen de heersende macht. De oude schutterijen waren in de meeste plaatsen al lang opgeheven en men voelde zich daardoor voor de bescherming te veel overgeleverd aan de Staten Generaal. De patriotten gingen van dat moment daarom zelf exercitie genootschappen vormen, zogenaamde. “Genootschappen voor de Wapenhandel”.
Handelen betekende in deze zin “hanteren”. Ook Kaempff zou lid van zo’n genootschap geweest zijn, onbekend of dat in Oldemarkt of in Steenwijk was.
Patriotten namen stapsgewijs steeds meer stadsbesturen over, zodanig dat Willem V zich dermate bedreigd voelde dat hij vanuit Den Haag naar Nijmegen vluchtte.
Die overnames gebeurden soms zelfs gewapenderhand.
Bij een, te opvallende, tocht van zijn vrouw Wilhelmina van Pruisen van Nijmegen terug naar Den Haag, werd zij bij Goejanverwellesluis door patriotten aangehouden en teruggestuurd. Zowel zij als Willem riepen de hulp in van Wilhelmina’s broer koning Frederik Willem II van Pruisen.
Hij stuurde vervolgens troepen die uiteindelijk de oude orde in de Nederlanden weer herstelden. Vooraanstaande patriotten die hulp uit Frankrijk verwachtten, kregen die niet en moesten zich uiteindelijk gewonnen geven of vluchten, in dat geval meest naar Noord Frankrijk.